Wat wanneer de BOB een verkeersongeval met uw wagen veroorzaakt?

Wat wanneer de BOB een verkeersongeval met uw wagen veroorzaakt?
Leestijd: 4 minuten

Wat wanneer de BOB een verkeersongeval met uw wagen veroorzaakt?Een avondje stappen begint altijd leuk. Alleen moet men steeds opletten dat men geen glas te veel opheeft wanneer men besluit achter het stuur te kruipen. Een oplossing kan zijn om u te laten voeren met uw eigen wagen door iemand die niet gedronken heeft, of slechts één glas achter de kiezen heeft. Maar wat wanneer uw BOB een verkeersongeval met uw wagen veroorzaakt? Bent u of de BOB verantwoordelijk voor de schade?

Alvorens het verzekeringsluik technisch toe te lichten, kunnen we starten met het volgende fictieve voorbeeld.

Paul en George zijn al tien jaar vrienden. Ze werken op dezelfde dienst bij hetzelfde bedrijf. Op het jaarlijkse personeelsfeest heeft Paul iets te diep in het glas gekeken. Hij is totaal niet meer in staat om te rijden. George besluit zijn goed hart te laten zien en Paul met zijn wagen thuis af te zetten, waarna hij te voet naar zijn woning twee straten verder zal wandelen. Paul vindt dit prima en stemt met het hele idee in. George is echter nog maar drie straten ver of hij rijdt een fietser aan die plots voor zijn auto blijkt te fietsen. De wagen van Paul is volledig geschramd, plus de fietser blijkt bloedingen te hebben en deze laatste zijn fiets is total loss. Wie is er aansprakelijk voor welke schade?

Veel is afhankelijk van de dekking dat Paul zijn wagen geniet. Heeft Paul enkel een Wettelijke Aansprakelijkheid Motorrijtuigenverzekering (WAM-verzekering, ookwel verzekering Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA)) afgesloten, of geniet de wagen van een omnium-dekking? Bij een WAM-verzekering zal de verzekeraar enkel tussenkomen voor de materiële en lichamelijke schade van de tegenpartij. De schade die Paul heeft aan zijn wagen, alsook de lichamelijke schade die George mocht oplopen door bijvoorbeeld zijn hoofd te stoten tegen de airbag zullen niet door de BA-verzekeraar worden vergoed. Abstractie makende van de aansprakelijkheid van George, zal de WAM-verzekeraar steeds de lichamelijke schade en kledijschade van de fietser moeten vergoeden. Krachtens artikel 29bis van de WAM-wet geniet deze immers van een automatische vergoeding, los van enige fout.

Voor de tegenpartij blijkt er dus geen vuiltje aan de lucht. Maar hoe zit het met de schade aan de wagen van Paul? De wagen van Paul kan genieten van een grote of kleine omniumverzekering. Kenmerkend voor een omniumverzekering is dat tevens de schade aan de eigen wagen zal vergoed worden. Een omniumverzekering is immers een zaakverzekeringsovereenkomst dat streeft naar een bescherming tegen het verlies van één of meer welbepaalde zaken. Het verschil tussen een grote en kleine omniumverzekering schuilt onder het aantal gedekte schadegronden. Een grote omnium zal naast de schade aan de eigen wagen bij ongeval, ook dekking bieden voor glasbreuk of diefstal. De omniumverzekering van Paul zal de schade aan de wagen van Paul vergoeden. Wanneer de omniumverzekering uitkeert, zal deze echter beschikken over een subrogatoir vorderingsrecht tegen de aansprakelijke persoon, lees: de vriend. De verzekeraar van Paul zal dus geplaatst worden in de rechten van Paul en een vordering kunnen instellen tegen George.

In België geldt immers het klassieke aansprakelijkheidsprincipe. Wie door een fout schade veroorzaakt aan iemand anders vermogen en mits er een causaal verband bestaat tussen deze schade en fout, zal voor deze schade moeten opdraaien. Op basis van deze redenering bleek George een fout begaan te hebben, waarna Paul voor zijn schade een vergoeding kan bekomen. De goede daad van George zou hem bijgevolg zuur kunnen opbreken wanneer de kosten van de wagen van Paul oplopen.

Ter essentie, wie dekt welke kosten?

De BA-verzekeraar van Paul zal dekking bieden voor:

1. De materiële schade van de fietser. Aangezien het verzekerd voertuig betrokken was bij het ongeval, zal de BA-verzekeraar van Paul de schade aan de fiets van de fietser vergoeden.

2. De lichamelijke schade van de fietser. De verzekeraar van Paul zal dus alle medische kosten betalen die de fietser mocht oplopen door het schadegeval.

3. De lichamelijke schade van Paul als passagier. Mocht Paul, ondanks dat hij eigenaar is van het voertuig, lichamelijke schade hebben opgelopen door het ongeval, dan kan hij een vergoeding hiervoor bekomen. De passagier in de aansprakelijke wagen wordt immers beschouwd als een zwakke weggebruiker. George zou ook een vergoeding voor de lichamelijke schade kunnen bekomen, maar dan enkel als rechthebbende van de passagier. Bijvoorbeeld: George voelt zich getraumatiseerd en lijdt ernstige morele schade door de lichamelijke schade van Paul.

George zal moeten vergoeden:

1. Zijn eigen lichamelijke schade. Wenst hij hiervoor dekking, dan zal hij een bestuurdersverzekering moeten afsluiten. De eigen lichamelijke schade van de bestuurder wordt niet door een BA-verzekering of omniumverzekering gedekt.

2. De schade aan de wagen van Paul. Ookal wou George een goede daad doen, krachtens het gemeen recht is hij aansprakelijk voor de schade aan de wagen van Paul. Idem wanneer hij zou wensen aan te tonen dat hij de rit kosteloos verrichte.

De oplossing?

“Pacta sunt servanda”, oftewel: de bindende kracht van de overeenkomst. Speel als BOB op veilig en laat de eigenaar van de wagen een overeenkomst ondertekenen waarin hij verklaart zelf in te staan voor de schade aan zijn eigen wagen bij een ongeval in fout door de BOB. Meestal is dit niet eenvoudig, aangezien het gaat om goede vrienden of jarenlange vriendschappen. Wanneer het echter om geld gaat blijken veel vriendschappen te sneuvelen.

Opgelet: deze overeenkomst vervalt wanneer er sprake is van opzet of zware fout. Wanneer de BOB opzettelijk het schadegeval zou veroorzaken, blijft hij zelf aansprakelijk voor de veroorzaakte schade aan de wagen van de niet-BOB.

Related Posts