Brandverzekering en huurdersverzekering, een vergelijking

Brandverzekering en huurdersverzekering, een vergelijking
Brandverzekering en huurdersverzekering, een vergelijking
Leestijd: 4 minuten

Brandverzekering en huurdersverzekering, een vergelijkingEen brandverzekering en huurdersverzekering worden vaak in één adem uitgesproken. Vraag is of er verschillen schuilen tussen de verschillende polissen. Of gaat het daartegenover om eenzelfde polis? En moet je zowel als eigenaar als als huurder een verzekering afsluiten? Dit laatste element is vooral relevant bij het lopen van diverse polissen. Verzekeringen nemen immers op jaarbasis een stevige hap uit het gezinsbudget, waardoor elke besparing welkom is.

1. Brandverzekering

Een brandverzekering is in principe in België niet wettelijk verplicht. Nochtans is het één van de meest populaire verzekeringsproducten met een dekkingsgraad van 95% onder de huiseigenaars. Als eigenaar wens je de woonst te behouden. Daarenboven kan het de facto wel een verplichting uitmaken, wanneer bijvoorbeeld een bankinstelling het oplegt als vereiste voor het bekomen van een hypothecair krediet. Vanuit zijn schadevergoedend karakter bij het voordoen van het verzekerd risico, wordt de brandverzekering gecategoriseerd onder de ‘zaakschadeverzekeringen’.

Welke gronden worden door een brandverzekering gedekt?Dankzij het wettelijk model zijn alle basisdekkingen van brandverzekeringen gelijk in België. Verschillen tussen verzekeraars kunnen echter schuilen inzake de aanvullende dekkingen en extra dekkingen. De minimale basisdekking die je van de verzekeraar kan verlangen, is als volgt:

  • brand, ontploffing, implosie;
  • aanbotsen door een dier, een voertuig, luchtvaartuig;
  • blikseminslag;
  • aanslagen en arbeidsconflicten (ook terrorisme);
  • storm en hagel;
  • sneeuw- en ijsdruk op daken;
  • natuurrampen;
  • inwerking van elektriciteit en blikseminslag op elektrische of elektronische toestellen;
  • vallen van een boom op het gebouw;
  • rook- en roetschade;
  • waterschade door breuk van leidingen, insijpelen door het dak, sanitaire installaties of huishoudapparaten (op voorwaarde dat de nodige voorzorgsmaatregelen genomen zijn);
  • glasbreuk;
  • schade aan het gebouw (ramen, deuren) na inbraak (soms geldt deze dekking alleen als de verzekerde ook koos om zich te verzekeren tegen diefstal) ;
  • stookolieschade (sommige verzekeringen dekken deels de saneringskosten van de grondvervuiling die de weggevloeide olie heeft veroorzaakt).

De aanvullende dekkingen dekken niet de rechtstreekse schade ten gevolge van het voorvallen van het verzekerd risico, maar alle andere kosten die bij de schade komen kijken. De aanvullende dekkingen omvatten de volgende dekkingen:

  • kosten om te voorkomen dat er nog meer schade zou zijn;
  • kosten om bij dreigend gevaar schade te voorkomen;
  • kosten om jouw spullen te bewaren tijdens de herstellingen aan je woning;
  • sloopkosten en transportkosten van het puin;
  • kosten van de huisvesting wanneer je woning onbewoonbaar is door een schadegeval;
  • het “verhaal van derden”, omdat je aansprakelijk kan zijn voor materiële schade bij anderen;
    BA Gebouw (de burgerlijke aansprakelijkheid die je hebt als “bewaarder” van jouw woning ).

Als derde dekkingscategorie bieden verzekeraars vrijwillige extra dekkingen aan. Het zijn opties waarom je als verzekeringsnemer moet verzoeken, lees bijbetalen. Hoofdzakelijk wordt binnen deze extra dekking de optie ‘inbraak en vandalisme’ opgenomen. In geval inderdaad voor een dergelijke dekking geopteerd wordt, en de woning schade lijdt door vandalisme of een poging tot inbraak, zal alle schade vergoed worden, alsook de eventueel gestolen inhoud. Een andere extra dekking is de ‘indrecte of onrechtstreekse verliezen’. Het gaat om kleine kosten die gepaard gaan met het voorvallen van het risico, zoals telefoonkosten, het verrichten van administratieve taken of portkosten.

De brandverzekering in kort bestek

Ondanks wat de benaming ‘brandverzekering’ doet vermoeden, komt een verzekeraar bij een dergelijke verzekering voor meer tussen dan alleen brand. Het gaat in se om een omniumverzekering van alle mogelijke schadeposten aan de woning. Een brandverzekering richt zich op huiseigenaars die hun onroerend goed willen beschermen tegen alle mogelijke risico’s. Naar Belgisch recht zijn de basisgronden van een brandverzekering limitatief vastgesteld. Nochtans loont het de moeite de verschillende verzekeraars op de markt met elkaar te vergelijken. Verschillen kunnen immers bestaan inzake de aanvullende dekkingen, vrijwillige dekkingen, dekkingstarieven en uitsluitingsgronden. Ga na op basis van je gezinssamenstelling en risicoprofiel aan welke dekkingsgronden je nood hebt. De goedkoopste brandverzekering is ook niet meteen de verzekering waar je het meeste nood aan hebt.

2. Huurdersverzekering

Als huurder loop je het risico dat het gehuurde goed tijdens het lopen van de huurovereenkomst beschadigd wordt door brand, waterschade of andere verzekerde risico’s. De huurder is verplicht om op het einde van de huurovereenkomst de gehuurde woning terug te bezorgen in de staat waarin hij het gehuurde goed ontving. Wanneer bijvoorbeeld een gehuurd goed schade zou hebben geleden door een risico, moet de huurder op het einde van de huurovereenkomst zelf opdraaien voor de kosten, tenzij hij zou kunnen bewijzen dat hij niet zelf aansprakelijk is. Ook het aangaan van een huurdersverzekering is naar Belgisch recht niet verplicht. Verschillende verhuurders nemen echter in de huurovereenkomst op dat de huurder verplicht is zich te verzekeren tegen mogelijke risico’s. De facto kan er dus wel een verplichting bestaan om een huurdersverzekering af te sluiten.
Welke gronden worden door de huurdersverzekering gedekt?
De basisgronden van een huurdersverzekering omvatten de volgende risico’s:

  • brand, ontploffing, implosie;
  • vallende voorwerpen;
  • aanrijding;
  • storm en hagel;
  • sneeuw- en ijsdruk op daken;
  • aanslagen en arbeidsconflicten;
  • diefstal;
  • waterschade;
  • glasbreuk;
  • natuurrampen;
  • voortzetting van een schadegeval.

Daarenboven kan een verzekeraar aanvullende dekking bieden voor:

  • het redden van personen en goederen;
  • het blussen en andere bedachtzaam aangewende middelen om de uitbreiding van schade te voorkomen of te beperken;
  • beveiligings- of beschermingsmaatregelen die de overheid of een wettelijk gevormd gezag heeft genomen;
    het vrijkomen van rook, gassen of bijtende dampen.

De huurdersverzekering in kort bestek

Net als de brandverzekering is de huurdersverzekering geen verplichte verzekering. Nochtans loont het de moeite om naast de eigenaar die een eigen brandverzekering afsloot, als huurder een huurdersverzekering aan te gaan. Uit bovenstaande opsomming blijkt immers dat de schadeposten van een huurdersverzekering anders, en meer zijn afgestemd op de mogelijke risico’s als huurder. Daarenboven is ook de inhoud van de woning mee verzekerd.
Bijvoorbeeld: Tamara huurt van Pieter een rustige gezinswoning. Door een onoplettendheid met de oven, brandt de keuken uit en hebben de buren rookschade aan hun woning. Tamara wordt aansprakelijk gesteld aangezien zij door een vergetelheid de oven vergat uit te plaatsen. Pieter doet beroep op zijn brandverzekering voor een vergoeding van de schade. De verzekeraar van Pieter keert uit, maar zal zich na het uitkeren richten tot Tamara. Aangezien zij aansprakelijk is moet ze opdraaien voor de schade. Hopelijk was Tamara verzekerd, anders behoort zij persoonlijk de kosten van de schade van de keuken, alsook de rookschade aan de buren te vergoeden. Is Tamara inderdaad verzekerd? Dan regelen de verzekeraars onderling de schade met elkaar.

Related Posts